Blogopmaak

Verzuimmodellen

Uitgangspunten bepalen


VERZUIMMODELLEN
In de literatuur zijn er drie gangbare visies om verzuim te benaderen. Elk van deze modellen (denkwijzen) biedt een geheel eigen verklarende visie op verzuim en mogelijkheden om verzuim te beïnvloeden. Veel mensen zijn geneigd om verzuim vanuit één van deze visies te benaderen zonder zich daar bewust van te zijn. Dit leidt nogal eens tot onbegrip tussen mensen met verschillende visies op verzuim. Het is daarom nuttig inzicht te hebben in de belangrijkste visies op verzuim en de daaruit voortvloeiende ideeën over de beste aanpak bij verzuimreductie. 

Medisch model
In het medisch model staat denken en handelen vanuit een medisch perspectief centraal, met als doel het verzuim medisch te verklaren en daarmee te legitimeren. De focus ligt op de klacht en het verzuimgesprek vindt plaats tussen medewerker en bedrijfsarts. In dit gesprek stelt de bedrijfsarts de ernst van de aandoening of klacht vast. Wanneer de medewerker 'ziek' is bevonden, bepaalt vervolgens de arts of dit tot verzuim moet leiden. Hier komt de typerende uitspraak 'ziek is ziek' vandaan. De ernst van de klacht legitimeert in dit model het verzuim. 
Belasting-belastbaarheid model
Het uitgangspunt bij het denken en handelen vanuit dit model is dat er een balans moet zijn tussen de belastbaarheid van de medewerker en de belasting van het werk. Belasting (draaglast) betreft de taken die de medewerker krijgt opgelegd en de fysieke omgeving waarin hij deze taken moet uitvoeren. Belastbaarheid betreft het vermogen om de arbeidsbelasting aan te kunnen. Wanneer deze factoren in balans zijn functioneert de medewerker optimaal. Als er geen balans is tussen belasting en belastbaarheid ontstaat er functionele over- of onderbelasting. Deze denkwijze is erop gericht om verzuim vanuit belasting-belastbaarheid te verklaren, en daarmee in een aantal gevallen ook te legitimeren. 

Gedragsmodel
In het gedragsmodel (Falke & Verbaan) is verzuim een vorm van gedrag. Aan dit gedrag ligt een keuzeproces ten grondslag. Dit keuzeproces bestaat uit diverse soorten keuzes: verstandige keuzes, verantwoorde keuzes, ethische keuzes en normatieve keuzes. Niet de aandoening, klacht, (privé-) ellende, of andere situatie staat centraal; het gaat om de keuze die iemand tegen deze achtergrond maakt. De sociale omgeving (lekennetwerk, familie en collega's) beïnvloedt het keuzeproces. Daarnaast spelen arbeidswaardering en aanwezigheidsmotivatie van de medewerker een grote rol in de keuze om al dan niet te verzuimen. De keuze wordt daarmee verklaard, maar niet gelegitimeerd. Leidinggevenden hebben veel beïnvloedingsmogelijkheid in dit model.

Preventief model
In dit model ga je op zoek naar verzuim veroorzakende onderwerpen. Hierbij loop je verschillende disciplines af die mogelijk een rol spelen bij verzuim en analyseer je hoe dat in jouw organisatie is geregeld. Hierbij komen zaken van organisatorische aard op tafel, maar ook van stijl van leidinggeven en eigen verantwoordelijkheid. We zitten dan al dicht tegen duurzame inzetbaarheid aan. Je benaderd het verzuim dan niet alleen vanuit processen en procedures, maar ook vanuit houding en gedrag en wat te doen om verzuim te voorkomen. Het vraagt een grotere investering, maar levert een duurzamere oplossing die langer profijt brengt.

Keuzes
Je kunt kiezen voor één model en vanuit dat model werken, met daarbij de opmerking dat het niet zo is dat de keuze voor één model de andere modellen volledig elimineert in de praktijk.
Solution2021 zoekt die aanpak die het beste past bij de organisatie, of bij de verschillende organisatie-delen. Meestal dus een combinatie van meerdere modellen. Een-dimensionele aanpakken bieden vaak geen oplossing. Uitgangspunt bij de te kiezen aanpak is wel altijd dat de primaire verantwoordelijkheid bij de medewerker ligt. Dat betekent een andere houding en werkwijze van de Arbo-dienst en van de leidinggevenden. Hieraan wordt in het proces veel aandacht besteed.

Overigens belanden organisaties met een laag verzuim steeds vaker in een situatie waarin niet afwezigheid (verzuimgedrag), maar het productief zijn onderwerp van aanspreken is. Dan gaat het eerder over de vitaliteit dan over het verzuim. Vitaliteit is de trend van de laatste tijd. Laat je echter niet meeslepen. Als je verzuim niet laag is, is de organisatie nog niet toe aan vitaliteit als primaire insteek. Pak eerst het verzuim aan terwijl je wel de uitgangspunten van vitaliteit al introduceert. Dan is het een vloeiende overgang naar het te bereiken resultaat.

By 70bca893a9c73a93da31feb6a538f37460f10166 18 May, 2021
“Ik sprak laatst een collega die op een administratiekantoor werkt. Hij vertelde me dat hij contact had gehad met zijn baas over de komende versoepelingen. Zijn baas had hem verteld dat zodra er meer mogelijk was, iedereen weer op kantoor werd verwacht. De collega was er nog boos over. Als het zo moest, dan ging hij maar ergens anders werken”. Meerdere studies en onderzoeken geven aan dat de lockdown een heel andere kijk op thuiswerken heeft gegeven. Waren we eerst best wel conservatief op het gebied van thuiswerken, nu is dat wel anders. Gebleken is, met name in kennisorganisaties, dat thuiswerken prima kan. Beter nog, dat het voor medewerker en organisatie voordelen heeft! 60% van de medewerkers bevalt het thuiswerken (zeer) goed en slechts 15% bevalt het niet. Als voordelen worden gemeld, geen reistijd (75%), tijd voor klusjes tussendoor (50%), meer concentratie en zelf werktijden bepalen (40%). Waarom willen medewerkers dan wel naar kantoor? Ongeveer 35% geeft aan om te overleggen met collega’s. Ongeveer 20% geeft aan een plek om te werken en een plek voor sociale bijeenkomsten. Dit betekent dat de werkplek een andere functie krijgt en er anders uit moet gaan zien dan de huidige kantoren. Minder bureaus, minder m2, maar meer ontmoetingsplekken. Hybride werken betekent in onze ogen dat je met elkaar op zoek gaat om de veranderende wensen van medewerkers, binnen de kaders van de organisatie, vorm te geven. Wellicht moeten de kaders ook opnieuw vastgesteld worden, bijvoorbeeld als het gaat om zichtbaarheid van medewerkers op de werkplek. Het gaat erom of de afgesproken resultaten gehaald worden en of de samenwerking en samenhang geborgd worden. Een passende stijl van leidinggeven is nodig om dit goed te laten werken. Wat heeft hybride werken met werkplezier te maken? Onderzoeken van de laatste 50 jaar wijzen telkens uit dat er drie factoren zijn die bepalend zijn voor de motivatie van medewerkers. En dit zijn ook een aantal van de bepalende factoren voor meer werkplezier. In de eerste plaats is dat ontwikkeling. Dit is zowel op het persoonlijke vlak als in teamverband. Blijven groeien (met elkaar) is een grote stimulans. In de tweede plaats is dat autonomie. Dit betekent dat iedere medewerker ruimte wil om zelf dingen te kunnen regelen. De groep is een terugvaloptie om te sparren. Het eindresultaat van de groep blijft bepalend. In de derde plaats zijn dat sociale contacten. Collega’s zijn (meestal) een bron van werkvreugde. Je krijgt er steun en energie van. Het is dus belangrijk een goede mix te vinden bij de wensen van de medewerkers en deze 3 factoren. Een goede discussie wat dit voor medewerkers betekent zal een beeld opleveren waarmee hybride werken kan worden ingevuld. Op deze manier creëer je een nieuwe optimale balans tussen het individuele belang en het organisatie belang.
By Ad van Bavel 11 Jun, 2020
Het kwadrant laat de vier hoofdtaken van HRM zien: 1. Veranderingsmanagement 2. Strategisch management 3. Toepassen van processen rond in-, door-, uitstroom, beloning en opleiding 4. Het goed inrichten van administratieve processen en de ondersteuning daarbij Goed HR-beleid betekent dat op elk van deze vier terreinen steeds vanuit een specifieke HR-rol activiteiten moeten worden ondernomen. Uitwerking van het HR-model van Ulrich In onderstaande tabel zien we deze vier rollen samen gebracht in een tabel waarin Ulrich laat zien welke uitkomsten bij de rol horen (deliverables) en welke activiteiten daarbij horen.
Share by: